`Zo lig je er toch niet goed bij!’ zeg ik quasi
verontwaardigd
als ik zoonlief een nachtzoen geef.
Ik haal zijn dekbed van hem af en zeg:
`Weet je dat je tante en ik vroeger vaak Zuidpooltje
speelden?’
`Hoe deed je dat dan?’ vraagt zoonlief nieuwsgierig.
`Let maar eens op!’ zeg ik om het spannend te maken.
En ik leg zijn dekbed en een fleecedeken over hem heen.
`Het is heel koud op de zuidpool, je moet je goed inpakken’,
zeg ik.
En ik stop hem extra goed in.
En dan pak ik een extra dekbed van de zolder met een witten
dekbedhoes
en leg dat nog eens over die dekbedberg heen.
`Zo nu ben je klaar voor een zuidpoolexpeditie!’, zeg ik
`Welke dieren ga je zien?’
`Pinguins en poolvossen’, zegt zoonlief.
`Zijn er poolvossen op de zuidpool?’ vraag ik.
`En waar zijn je pinguïns eigenlijk?’ vraag ik.
We zoeken naar zijn pinguïnknuffels en speciaal naar Happy
feet!
En zetten die op de witte deken in het poollandschap.
`Zo nu ga ik lekker Zuidpooltje spelen, zegt zoonlief.
`Even dan', zeg ik en dan kruip je in je iglo.
`Weltrusten, mam’
`Weltrusten, poolreiziger!’