zondag 7 december 2014

7 december

Wat is het donker in de kamer.
Terwijl ik de trap afloop, realiseer ik me wat er niet klopt.
In paniek ren ik de woonkamer in die vol diepzwarte rook staat.
In de keuken smelt een plastic babyflesje in een drooggekookt pannetje waarin ik het flesje wilde schoon koken.
Ik doof een kleine vlam met een pannendeksel en draai het gas uit. Alles om me heen is bedekt met de vette zwarte as van verbrand plastic.
Als een gek ren ik naar mijn zoon die in zijn wandelwagen ligt na een wandeling in de winterzon.
Leeft hij nog?
Ik pak hem op en ren met hem naar boven naar de frisse lucht.
Ik leg hem op de commode en gooi het raam open.
Hij ademt nog.
De tranen schieten in mijn ogen van diepe opluchting.
Ik maak zijn neus schoon. Rond zijn baby neusgaten ziet het zwart van de as.
Ik heb hem vergiftigd!
Hij wordt wakker en lacht naar me.
Ik druk hem dicht tegen me aan en neem hem mee naar de slaapkamer.
Straks ga ik wel kijken naar de zwarte ravage beneden.
Voorlopig blijf ik met hem op bed zitten om trillend bij te komen van de schrik.
Op het journaal het bericht dat er een prinsesje is geboren. 
Ik vier deze speciale verjaardag mee.
7 december is voor altijd de dag dat mijn zoon mocht blijven leven.

donderdag 30 oktober 2014

Wie weet

Aan het  tafeltje naast ons
zitten een man en een jongen.
`Zondagmiddag papa-tijd’,  fluister ik.
Mijn tafelgenoot knikt en staart naar het tweetal.

De jongen speelt met het rietje in zijn flesje Fristi.
Zijn beentjes bungelen onder de tafel.
De man - in grijs Italiaans pak - speelt met een pakje Marlboro
en haalt een lok steil blond haar uit zijn gezicht.
Hij kijkt een moment naar de jongen voor hij zich weer over zijn smartphone buigt.

`Hij lijkt sprekend op mijn pa toen die zo oud was als hij’, zegt mijn tafelgenoot zacht.
Zijn blik nog altijd gericht op vader en zoon.
De ober komt vragen wat we willen drinken.
We bestellen er een portie kaas bij en mijn tafelgenoot vertelt over zijn jeugd.

De man en de jongen zijn inmiddels buiten op het terras gaan zitten
met hun rug naar ons raam.
De man heeft zijn arm om de schouders van de jongen geslagen,
draait zijn hoofd de andere kant op en neemt een stevige trek van zijn sigaret.

Ons gesprek valt stil.
Mijn tafelgenoot kijkt naar de knul met de arm van zijn vader om zijn schoudertjes.
`Zo hadden mijn pa en ik ook kunnen zitten.’
Ik leg een hand op zijn hand.
`Wie weet had hij dat wel gedaan, als hij beter had kunnen praten.’
`Wie weet waren mijn ouders dan wel uit elkaar gegaan
en had hij met mij op een zondagmiddag op een terras…’
`Ja, wie weet,’ zeg ik.
Vader en zoon verlaten het terras.

Mijn tafelgenoot draait zich om en kijkt ze na tot ze uit het zicht verdwenen zijn.

dinsdag 28 oktober 2014

Voor het eerst in jaren


Hij zat op een bankje in de zon.
Ingevallen mond, groezelig baardje,
ruim in zijn donkerblauwe jack en grijze broek.
Ik groette hem zoals ik dat altijd doe.
Hij keek door me heen en zweeg,
zoals hij dat altijd doet.
Meestal zie ik hem lopen van huis naar de supermarkt of terug.
Met boodschappentas,
rechtop, stijf en in zichzelf gekeerd.
In zijn eigen wereld.
Toen ik weer naar huis fietste met mijn boodschappen
liep hij daar ook weer
met boodschappentas,
stijf en rechtop.
Maar wacht,
struikelde hij daar,
of was dat een huppelpasje?
En voor het eerst in jaren,
hoorde ik hem hardop lachen.

vrijdag 4 juli 2014

Wat stuk was

Voor Samantha en Maurits

Als je vecht als een leeuw, maar het helpt je niet.
Als het leven je geeft, wat je niet hebt verdient.
Als je zo moe bent, dat je het niet meer ziet.
Je gaat terug uit.

Als je af en toe lacht maar je huilt het meest.
Als je voor altijd verliest wat er ooit is geweest.
En je liefde alleen nog maar leeft in je geest.
Wat blijft er over?

Licht leidt jou naar huis.
En je ziel komt thuis.
En ik maak wat stuk was.

Hoog op de top en diep in het dal.
Als een liefde je nooit loslaten zal.
Maar als je niet schiet dan raak je geen bal.
Je bent het waard.

Licht leidt jou naar huis.
En je ziel komt thuis.
En ik maak wat stuk was.

En je huilt het meest
als je voor altijd verliest wat er ooit is geweest.
En je huilt het meest.
En ik maak wat stuk was.

En je huilt het meest.
Ik maak goed waar ik fout ben geweest.
En je huilt het meest
En ik maak wat stuk was.

Licht leidt jou naar huis.
En je ziel komt thuis.
En ik maak wat stuk was.