zaterdag 3 november 2012

Tomaat


`Wedden dat ik deze tomaat in een keer kan doorslikken’, zei mijn nichtje.
`Nee’, zei ik.

Ze deed het natuurlijk toch. Mijn oudere nichtje probeerde van alles uit als we samen bij oma logeerden. Mocht je niet aan de krulspelden van oma zitten? Zij draaide ze bij mij in. Het medicijnkastje? Daarin lagen rollen verband waarmee je zo grappig als mummie ingerold kon worden. En wat speelde je op zolder? Zij verzon het om daar door een gaatje in de vloer naar opa onder de douche te gluren. De `tomaat-in-een-keer-doorslik’-actie paste uitstekend in die rij van spannende acties.

Mijn nichtje werd al snel roder, of liever gezegd paarser dan de tomaat. Ze kon hem niet doorslikken, maar kreeg hem ook niet meer uit haar mond. De vrucht uit de familie van de nachtschaden zat muurvast.
En wat deed ik? Wat doe je in een noodsituatie? Helpen of hulp halen, toch? Ik niet, ik bevroor en deed niets.

Oma kwam de keuken in en zag direct wat er aan de hand was.
Met een ‘kind toch’ sloeg ze mijn nicht hard op haar rug en trok met haar andere hand de tomaat uit mijn benauwde nichtje.
`Niet meer doen, hé!’ riep oma boos.
Natuurlijk niet, ze verzon wel weer wat anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten