Vanochtend werd mijn auto opgehaald. Een vriendelijke oudere man stond aan de deur. Hij was met de trein gekomen uit Barneveld en hij vertelde dat hij behoorde tot een freelance leger van zeker 1500 chauffeurs, gepensioneerden, die auto's door Nederland vervoerden. 'Je komt nog eens ergens en je maakt van alles mee', vertelde hij bij een kop koffie.
Toen hij mijn autopapieren controleerde, constateerde hij dat deel II, het overschrijvingsbewijs, ontbrak. Dat had hij vaker aan de hand gehad. Waarschijnlijk zou ik dat kunnen nasturen.
Hij belde zijn opdrachtgever en die had de teleurstellende boodschap dat hij de auto moest laten staan en of hij in plaats daarvan een auto van een industrieterrein in Eindhoven naar Son wilde rijden.
Ik voorzag een ellendige busverbinding met onhandige overstap voor de man. Vervelend dat ik dat veroorzaakt had, omdat ik mijn kentekenbewijs kwijt was. Daarom stelde ik voor dat ik hem even bracht.
Onderweg vertelde hij over zijn werkzame leven in de wondere wereld van de toastjes. Hij zei verder dat hij het vervelend voor me vond dat hij de auto niet had mogen meenemen: 'Het zal u nu vast meer gaan kosten.'
'Er zijn ergere dingen', antwoordde ik en gaf als voorbeeld het zoontje van vrienden dat nu bijkwam van zijn laatste chemo. 'Dan zou ik me een beetje druk maken om een auto', zei ik.
'Daar heeft u helemaal gelijk in', zei hij. 'Je naasten zijn het belangrijkst. Ik weet er alles van', zei hij. Zijn vrouw was twee jaar geleden overleden aan longkanker. Ze was twee jaar daarvoor al opgegeven, en omdat ze relatief weinig pijn leed, hadden ze nog een mooie tijd met elkaar gehad die laatste twee jaar. 'Mensen vergeten vaak hoe kort het leven is. En als ze een partner hebben, denken ze tegelijk te zullen sterven, maar dat is natuurlijk meestal niet zo.'
We namen afscheid met een stevige handdruk. Als ik over een paar dagen mijn vervangende kentekenbewijs deel II had, kon hij weer een kop koffie krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten