dinsdag 27 september 2011

Viezeriken

`Hé, Ingrid, how are you doing?'
Mijn Engelse buurman komt me tegemoet in het gangetje achter onze huizen.
Ik ben net klaar met mijn hardlooprondje.

`I just came by to ask you for a spare key', zegt hij, 'I left my keys in the office last evening.
'Oh, it's okay, I will look for one', zeg ik.
Binnen gooi ik een rommelig laatje om.
`That's my burglar-delay-system', zeg ik. 'If I can't find it, nobody will.'
De buurman lacht, maar als een buurman met kiespijn, want ik heb geen sleutel voor hem.
`The funny thing is', zegt hij, 'I left the back door open, when I brought the kids to school, so I could get back in again, but my son thoroughly locked the gate. I thought of climbing over the fence.'
'I've got a ladder.' opper ik.
En zo komt het dat ik om negen uur 's ochtends mijn buurman met een ladder over de schutting help.
Ik moet denken aan een verhaal dat een vriendin van me ooit vertelde over een ver verleden waarbij ze vreemd ging met haar buurman en daarbij iedere keer over het balkonhek klom, vier hoog.
De overburen zullen wel gedacht hebben. Daar gaat ze weer.
Maar het is niet zo gênant als het verhaal van mijn oom en tante, waarbij mijn tante gehurkt voor mijn kreunende oom in de opening van het autoportier zat en waar ze met uiterste voorzichtigheid probeerde mijn oom niet verder te beschadigen nadat hij zijn gulp erg onvoorzichtig had dichtgetrokken.'
De blikken van voorbijgangers spraken boekdelen. De viezeriken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten