dinsdag 30 augustus 2011

Management by being visible

Elke ochtend staat hij daar op het schoolplein, de directeur, handen op de rug.

'Goedemorgen', zegt hij tegen jou en je kinderen als je hem passeert. Vaak wordt hij aangesproken door een ouder. Als de kleuters naar binnen gaan, kijkt hij bij de klapdeuren of er geen korte beentjes verloren raken in het gedrang en als de schoolbus moet keren op de weg, houdt hij een oogje in het zeil met al die kinderen die voorbij fietsen.

Het is niet niets om 1200 kinderen iedere ochtend te verwelkomen en zo doet hij dat al jaren. Iedere ochtend zichtbaar.

Tot volgende maand, dan gaat Jan Groenen met pensioen. Maar nu staat hij daar nog even en elke keer dat ik hem nu 's ochtends groet, bedenk ik me waar hij die laatste ochtenden op het schoolplein zoal aan denkt. Hoeveel duizenden kinderen al aan hem voorbij zijn gegaan? Hoeveel kinderen en ouders hij te woord heeft gestaan met hun grote en kleine problemen? Of hoe het verder zal gaan met de school als hij weg gaat.

Ik hoop dat zijn opvolger in ieder geval een goede gewoonte van hem overneemt: management just by being visible

maandag 22 augustus 2011

Roos in het blauw

Mijn oudere buurvrouw, Roos, vertelde me dat ze ooit op tv was geweest. Niet zomaar als  klapvee op een tribune in een studio in Aalsmeer. Nee, ze zat live in beeld tijdens een van de eerste testuitzendingen van de kleuren-tv bij Philips in het Natlab in Eindhoven.

'Hoe kwamen ze bij jou terecht?' vroeg ik.
'Ik werkte bij het Natlab als gastvrouw in de Badgang'
Dat was te veel Philipsjargon voor mij. Ze legde uit dat een gastvrouw een koffiejuffrouw was en de Badgang de bijnaam voor de geheel betegelde gang waar de directiekamers waren van het Natlab, de R&D afdeling van Philips.

'Mijn man werkte ook in het Natlab aan de ontwikkeling van chips. Eerst gingen overal van die grote transistoren in. Toen bedachten ze geïntegreerde transistoren, chips. Mijn man nam wel eens een tekening mee van een ontwerp van zo'n ding. De tekening was zo groot als die muur.' Ze wees de langste muur in haar woonkamer aan. Ik vroeg wel eens aan mijn man: 'wat doen jullie eigenlijk? En hij zei dan: 'we willen het verbeteren, steeds kleiner maken.'

Ik wilde eigenlijk meer weten over haar tv-optreden dus vroeg ik haar hoe oud ze toen was.
'Een jaar of 23. Ik zat als model voor de camera met een blauw vestje aan. Dat moest, want die kleur kwam goed over.'
'Wat moest je doen? Iets presenteren?'
'Nee, ik moest alleen op een stoel zitten, zodat zij de kleuren goed konden instellen.'
'Zijn daar nog opnamen van?' vroeg ik.
'Ik denk het niet. Het is ook zo lang geleden. Het was een live uitzending. En niemand had toen kleuren-tv.'

'Wat vond je er eigenlijk van om bij die eerste uitzendingen te zijn?'
'Eigenlijk vond ik het maar gepruts', zegt ze eerlijk. `TV stond nog in de kinderschoenen. Ze wisten toen nog van geen toeten noch blazen. Die testuitzending was ter voorbereiding van een programma met Mies Bouwman en regisseur Timp.'

`En hoe was Mies?' vroeg ik ten slotte.
`Mies dat was nog een jonge griet. Net zo bekend als Roos met haar blauwe vestje,' zegt ze lachend, 'helemaal niet.'

zaterdag 20 augustus 2011

Buurman en buurman irl

Wij hebben deze week naast buurman en buurman gewoond. Deze in real life buurman en buurman zijn de zonen in 'Karl-Heinz Duhm & Söhne Gbr Zimmerei/Holzbau' het timmerbedrijf naast ons vakantiehuisje op het eiland Rügen am Ostsee. Deze buurman en buurman spraken geen Amsterdams, maar NiederDeutsch doorspekt met Zweeds, zoals ze zelf uitlegden omdat de kustbewoners van alle kusten tot aan Nederland toe al eeuwen met elkaar verbonden zijn.


Toen we aankwamen, wuifde de ene buurman al heel vriendelijk. De tweede dag kwam hij op me af, gaf me een hand, stelde zich voor als, hoe kan het ook anders, de buurman, en vertelde dat hij een vraag voor ons had. Direct achter hem kwam de andere buurman, zijn broer.

Ze waren op zoek naar een recept voor hun vader, Karl-Heinz, dus, die last had van zijn gal. De broer pakte er een officieel papier bij waar ik kon lezen wat dit galmiddel was: Haarlemmer Öl. 'Dat ken ik wel', zei ik, 'Verkopen ze dat niet meer?' Volgens mij is het een panacé, een heel oud huismiddeltje, ik wist niet wat erin zat en waar het voor gebruikt wordt.

Buurman en buurman mopperden wat op de lokale apotheek die het onlangs uit de handel had genomen en het niet meer voor hen wilde bestellen.
'Woont u dicht bij Haarlem?' vroegen ze vervolgens.
Ik kreeg een idee wat ze mij wilden vragen.

Ik gaf hen mijn kaartje en zij mij het hunne en ik beloofde te kijken of ik het in Nederland kon vinden.
Ze wilden me alvast geld geven.
Nee, dat hoeft niet. Jullie kunnen mij betalen als ik het gevonden heb.
'Liebe Niederländer' riepen ze ons na.
'Pat en Mat', zei manlief direct.
'Ja, buurman en buurman, sprekend', zei ik lachend. 'Nooit geweten dat dat broers waren.'

De laatste avond van onze vakantie ging de bel.
In het donker stonden buurman en buurman. 'Niet schrikken, we komen afscheid nemen', zeiden ze.
Ze hadden een fles wijn meegenomen, stoffig, dus die moest goed zijn en ze wilden me twintig euro in handen duwen.
'Nee', zei ik nogmaals, 'dat regelen we wel als ik het gevonden heb.'
'Ach mit Iban und so', zei de ene buurman.

Ik bedankte ze voor de fles wijn, en zei als grapje dat dat ook een soort Haarlemmer öl was.
Dat maakte bij buurman en buurman een hele reeks associaties en gezegden los met het woord 'öl', wat zo wisten ze te vertellen, ook 'bier' betekent in het Zweeds. Het is niet waar! ;-)

Ik vroeg of hun mailadres ook op hun visitekaartje stond. Nee, maar dat gingen ze nu voor me op een papier schrijven. De ene buurman vertelde me over het dialectwoord voor potlood, 'bleifehre' waar nog het woord veer in zat, van de tijd dat er nog met een veer geschreven werd, wist ik wel?
Ver voor mijn tijd, heren.

Toen ik het mailadres controleerde en vroeg of er inderdaad 'Timmerei' stond, vertelden ze over Tsaar Peter die nog incognito als timmerman in Nederland had doorgebracht om uit eerste hand te leren hoe de Nederlanders schepen en huizen bouwden.
'Ja, ik ben nog eens in het Tsaar Peter huisje geweest in Zaanstad geloof ik', zei ik.
'Oh', zeiden ze niet begrijpend.

Ten slotte kreeg ik wel drie keer een hand, vertelden ze trots dat ze de deuren in het vakantiehuisje nog hadden geplaatst en of ik met mijn lengte niet mijn hoofd had gestoten tegen de lage deuropeningen (ja, twee keer) en daar gingen buurman en buurman weer de nacht in. Ajeto.

De volgende dag kwam de beheerster, een oudere dame, afscheid nemen. Ik vertelde haar dat we de vorige avond bezoek hadden gehad van buurman en buurman en dat we een fles wijn van ze hadden gekregen.

'Het zijn eigenlijk heel aardige mannen', zei ze. Vooral dat woordje 'eigenlijk' deed het hem. Ze vertelde dat buurman en buurman met hun vader samenwoonden en dat hun moeder vorig jaar onverwacht was overleden. Ze had de drie mannen in ontzetting achtergelaten. 'Heel verdrietig', zei ze. 'De mannen waren toch onthand zo met zijn drieën.'

Plots zag ik een nieuw tvformat voor Yvonne Jaspers voor me: Buurman en buurman zoeken een vrouw. Zou ze een beetje Duits spreken, Yvonne?

zaterdag 6 augustus 2011

Een fijn cadeau

Vandaag viert mijn zwager zijn verjaardag. En met de gedachte aan wat ik hem cadeau zou geven, werd ik overvallen door een zware bui van melancholie. Begrijp me goed ik ben geen analoge tuttenbol, eerder een digitale gadgetfreak, maar plots bedacht ik me het grote gemis dat ontstaat met de komst van de e-reader: ik zou nooit meer een boek cadeau krijgen!


Ok, ok, iemand kan mij een tegoed cadeau doen van Amazon of iTunes, maar dat is vergelijkbaar met een boekenbon, een inspiratieloos net-niet-cadeau.


Nee, dan het gevoel wanneer je een pakje in handen krijgt, zwaar in de hand, mooi ingepakt met scherpe vouwen, de naam van een goede boekhandel op een stickertje. Je probeert de titel te raden aan de hand van de dikte van het cadeau en degene die het geeft. Dat is onbegonnen werk, maar je doet het toch.

En dan het plezier als je het voorzichtig of al scheurend uitpakt, afhankelijk van je geduld, en het verse boek op je schoot ligt. Mensen zweren bij de geur van een nieuwe auto. Op de geur van een vers goed boek valt niet veel af te dingen. Je ruikt onwillekeurig altijd even aan een nieuw boek. Zalig, heerlijk papier, goede inkt.

Je beoordeelt ook direct of je het boek al gelezen hebt. Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken, maar een boek dat je al hebt gelezen, mag je zonder omhaal teruggeven.

Sterker nog, de gever zegt vaak al voordat je het openmaakt:
'Ik heb het bonnetje nog, hoor. Als je het al hebt gelezen, kan ik het terugbrengen.'
Voor gever en ontvanger is namelijk de klap van de teleurstelling te groot
als je het daadwerkelijk al hebt gelezen dat het al gelezen boek dan snel wordt weggemoffeld in een tas door de gever. Geen woorden aan vuil maken. Jammer. Het vervangende boek dat je later krijgt, of vaker nog, zelf gaat kopen, haalt het overigens niet meer bij het cadeau. Daar de verrassing ontbreekt.

Als je het boek nog niet hebt gelezen, wat gelukkig vaker voorkomt, meld je dat omstandig aan de gever. Grote opluchting bij beiden.
`Ik heb het nog niet gelezen!'
`Heb je het nog niet gelezen?'
`Nee, ik heb het nog niet gelezen.'
`Oh, gelukkig, ik dacht dat je het misschien al gelezen had.
Nou, ja, ik had het bonnetje gehad. Je had het kunenn ruilen.'
`Nee, dat hoeft niet, ik heb het nog niet gelezen.

Dan volgt een omslagpunt in het cadeauritueel. De gever moet nu niet gaan denken, dat je het boek niks vindt, omdat je het nog niet gelezen hebt.

`Maar het stond wel op mijn lijstje.
Ik had er wel al over gelezen, en ik wilde het al lezen.'
`Ja, is het wat?'
`Ja, heel mooi, dank je.'
`Echt?'
`Ja, het stond op mijn lijstje.'

De twijfelkonten onder de boekengevers houden dan vaak een omstandig verhaal over alle boeken die ze in hun handen hebben gehad voor ze dit boek uitkozen. Voor hen is het een hele opluchting, als je dan als gever vertelt dat je die boeken al wel had gelezen. Gelukkig, ze hebben het juiste boek gekozen.

De echte dankbaarheid tussen boekenliefhebbers die elkaar een boek geven zit hem in het feit dat de cadeauontvanger uitgebreid het boek mag bekijken en er zelfs al een stukje in mag lezen. Niet meer dan de eerste alinea, de eerste bladzijde. Langer dan dat, maakt je een zonderlinge asociale boekenwurm, die zijn gezelschap de deur uit wil lezen. Nee, daarna vraag je of je gezelschap koffie lust, of iets anders.

En als je dan al snel een eerste alinea leest, dien je wel je hoofd in de plooi te houden, veel te knikken en tussendoor te zeggen. 'oh mooi, een mooi boek' anders denkt de gever nog dat je het boek uitgebreid zit te keuren en het na een eerste lezing alsnog afkeurt. Het vers ontvangen boek bewaar je nog even op het uitgescheurde cadeaupapier tot de gever weer naar huis is.

Meestal krijg je overigens een paperback en geen hardcover boek, omdat de paperback eerder binnen het cadeaubudget vallen.

Bij het lezen van de eerste alinea, sla je heel voorzichtig de dunne kartonnen cover open. Er mag nog geen vouw in komen. Nu nog niet, pas als het feest voorbij is. En een gegeven boek mag ook nog geen ezelsoor hebben. Of een snijfoutje van de drukker. Zo jammer. Al is dit geen reden om het terug te geven. Je legt het boek dan snel weg. Niemand gezien.

Ik kreeg ooit een boek dat halverwege met een compleet ander verhaal begon. Het boek was gekocht bij de Blokker. It figures. Blokker blijf bij je leest. Blokker zelf gaf dan ook niet thuis toen ik meldde dat ik graag het goede einde van mijn boek wilde weten. De medewerkster keek me slechts glazig aan. Dat wist zij niet.

Het boek met het verkeerde einde was uitgegeven bij de Geus. De medewerker van de uitgeverij die ik een mailtje stuurde, begreep mijn frustratie wel en ik kreeg direct een nieuw exemplaar met het juiste einde. Het boek heette Agnes, en ik heb dit daarna doorgegeven aan een boekenliefhebber met die naam. Een boek doorgeven, is overigens een hele andere blog dan een boek cadeau geven.

Een boek dat je cadeau hebt gekregen wordt de rest van zijn leven bij jou in de boekenkast omgeven door een wolkje met de naam van de gever. Je duidt het boek niet met haar titel aan, maar het is dat boek dat je van je zus hebt gekregen.

Of je een boekencadeaugever en -ontvanger bent, die twee rollen gaan vaak samen, hangt sterk af van het nest waarin je bent opgegroeid. In mijn ouderlijk gezin geef je elkaar niet alleen graag boeken cadeau, je vraagt ook expliciet welke titel iemand wil hebben. Geen verrassingen, daar houden de Magilsen's niet zo van.

Mijn schoonfamilie weet de verrassing meer te waarderen en kijkt bovendien een beetje neer op het boek als cadeau. Zij zien dat meer een soort veredelde cadeaubon. Een boek is niet stoffelijk en niet bruikbaar genoeg. Je gebruikt het bovendien niet meer dan een keer.

Wil je niet liever een paar mooie theedoeken of pannenlappen? Daar doe je meer mee. Het krijgen van pannenlappen is weer een andere blog, maar wat mij betreft mogen ze die dingen digitaliseren in plaats van boeken. Ik zie een pannenlap niet al een werkelijk cadeau. Een pan, een goed mes, een speciaal kookboek, daar kan ik wel van genieten, van het vooruitzicht van de lekkere dingen die ik daarmee ga maken. Maar de pannenlap en de theedoek, dragen niet bij aan mijn culinaire voorpret, die vergelijkbaar is met de voorpret bij het krijgen van een goed boek. Dus bij de vraag, wil je misschien pannenlappen, antwoord ik geheel naar waarheid:
`Nee dank je ik heb al een pannenlap.'

Het plezier van een boek cadeau geven, is overigens bijna even groot als bij een boek ontvangen.
Dat begint bij het uitzoeken van de beste titel voor de ontvanger. Die beste titel kost dankzij de vaste boekenprijs altijd net een paar euro meer dan je cadeaubudget, maar a la, dit is wel hét boek voor haar.

`Voor haar´ zeg ik bewust, want een boek geef ik over het algemeen eerder aan een vrouw dan aan een man.
Er zijn altijd uitzonderingen. Aan vrouwelijke mannen geef ik ook boeken. Grapje! Nee, boeken cadeau krijgen, is niet stoer, dan liever een Black en Decker, of is dat een mannelijke pannenlap, heren?

Je kunt natuurlijk het World Guinness book of Records cadeau geven of andere `echte` cadeauboeken met dubbelzinnige wc moppen of 200 Formule 1 wagens van de Slegte, dat zijn mannencadeauboeken, maar alleen voor mensen die niets beters kunnen verzinnen. En eerder het initiatief van een man dan van een vrouw.
`Hé schat, zullen we een moppenboek cadeau doen? Voor op de wc, vindt ie vast leuk.'
Dat is dus een mannenvoorstel, en een voorstel dat je alleen doet bij vage kennissen, waar je geen grote boekenkast in de kamer vermoedt. Zo'n moppenboek, valt in de categorie flesje wijn van de Aldi, wit zoet.

Ik kan het niet met cijfers staven, maar ik denk ook dat over het algemeen meer vrouwen dan mannen een boek cadeau doen. Als dit waar is, vertekent het wellicht ook de cijfers dat vrouwen meer lezen dan mannen. Want wie koopt de cadeaus? Juist.