Zoonlief kreeg een brede lach op zijn gezicht en zei: 'Gaan we dan in China wonen, pap?'
Dat idee stond hem duidelijk aan.
'China is vast een Tomy land', zei hij. 'Misschien staan daar ook wel Tomy fabrieken.'
Hij ging het direct controleren, pakte een van zijn Thomas Trein locomotieven en las op de onderkant: 'Made (hij zei `maade') in Thailand. Er staat dus een Tomy fabriek, in Thailand. Kunnen we daar ook naar toe?'
Diezelfde week las ik in het tijdschrift Flow over zogenaamde 365-dagen projecten. Dat je een klein ding 365 dagen doet. Gewoon iets geks: je hond iedere dag fotograferen of iedere dag een poppetje maken van afval. Ze hadden een lijst met 365 suggesties toegevoegd. Het waren allemaal voorbeelden van 365-dagen projecten van anderen. Leuk zo'n lijst. Je zou verwachten dat ik in zo'n overvloed aan ideeën wel iets naar mijn gading zou vinden. Maar er was helemaal niets bij wat mij aansprak.
Die nacht na dat Chinagesprekje droomde ik dat ik elke dag een Chinees woord leerde. Ik begon met `ik'. De woorden legde ik vast in een speciaal blog, met de iconen, de uitspraak, de betekenis, evt. een afbeelding, een zin met dat woord en een tweet over dat woord. En ik had er lol in.
Toen ik weer wakker was, besefte ik dat ik dat idee heb van een man bij wiens gezin ik ooit in huis woonde toen ik in Zweden stage liep. Hij zou die zomer naar Mozambique vertrekken voor een ontwikkelingswerkproject en hij leerde zichzelf Portugees door tien woorden per dag in een schrift te schrijven en op te zoeken wat die woorden in het Portugees betekenden.
Het is ook een vrij gebruikelijke methode om je woordenschat uit te breiden in het NT2-onderwijs. Het vraagt discipline, maar je woordenschat schiet vooruit. Je maakt namelijk veel meer en intensievere koppelingen in je hersenen dan je doet wanneer je alleen rijtjes woorden stampt. Zeker als je de woorden met elkaar in verband brengt in een woordweb, een netwerk van woorden binnen een zelfde betekenisveld.
Maar het belangrijkste is dat je je nieuwsgierigheid gebruikt om te leren en dat werkt altijd beter dan leren wat nodig of verplicht is. Ik bedacht me dat ik dat zoonlief wil voorhouden, dat hij altijd zijn nieuwsgierigheid volgt, want dat brengt je ver, misschien wel naar China.
'China is vast een Tomy land', zei hij. 'Misschien staan daar ook wel Tomy fabrieken.'
Hij ging het direct controleren, pakte een van zijn Thomas Trein locomotieven en las op de onderkant: 'Made (hij zei `maade') in Thailand. Er staat dus een Tomy fabriek, in Thailand. Kunnen we daar ook naar toe?'
Diezelfde week las ik in het tijdschrift Flow over zogenaamde 365-dagen projecten. Dat je een klein ding 365 dagen doet. Gewoon iets geks: je hond iedere dag fotograferen of iedere dag een poppetje maken van afval. Ze hadden een lijst met 365 suggesties toegevoegd. Het waren allemaal voorbeelden van 365-dagen projecten van anderen. Leuk zo'n lijst. Je zou verwachten dat ik in zo'n overvloed aan ideeën wel iets naar mijn gading zou vinden. Maar er was helemaal niets bij wat mij aansprak.
Die nacht na dat Chinagesprekje droomde ik dat ik elke dag een Chinees woord leerde. Ik begon met `ik'. De woorden legde ik vast in een speciaal blog, met de iconen, de uitspraak, de betekenis, evt. een afbeelding, een zin met dat woord en een tweet over dat woord. En ik had er lol in.
Toen ik weer wakker was, besefte ik dat ik dat idee heb van een man bij wiens gezin ik ooit in huis woonde toen ik in Zweden stage liep. Hij zou die zomer naar Mozambique vertrekken voor een ontwikkelingswerkproject en hij leerde zichzelf Portugees door tien woorden per dag in een schrift te schrijven en op te zoeken wat die woorden in het Portugees betekenden.
Het is ook een vrij gebruikelijke methode om je woordenschat uit te breiden in het NT2-onderwijs. Het vraagt discipline, maar je woordenschat schiet vooruit. Je maakt namelijk veel meer en intensievere koppelingen in je hersenen dan je doet wanneer je alleen rijtjes woorden stampt. Zeker als je de woorden met elkaar in verband brengt in een woordweb, een netwerk van woorden binnen een zelfde betekenisveld.
Maar het belangrijkste is dat je je nieuwsgierigheid gebruikt om te leren en dat werkt altijd beter dan leren wat nodig of verplicht is. Ik bedacht me dat ik dat zoonlief wil voorhouden, dat hij altijd zijn nieuwsgierigheid volgt, want dat brengt je ver, misschien wel naar China.
En bij deze dag 1 van het 365-dagen project `Elke dag Chinees'
Ik: 我 wǒ
Leuk! Ik stond gisteren nog met een zeeeer aantrekkelijk boek 'Chinees leren' in m'n hand bij de Zevensprong.......
BeantwoordenVerwijderenDank je voor de tip!
BeantwoordenVerwijderen